HOME
SOLIDARITEIT MET DE BUREN NAM TOE DOOR CORONA
Van begin Mei tot eind augustus 2021 peilden we naar het Buurtgevoel van Vlaanderen via een grote online bevraging. Meer dan 3.000 deelnemers spraken zich uit over hun buurt. Dankzij hen hebben we een goed beeld gekregen van wat ze waarderen en appreciëren maar ook van wat hen irriteert… Op deze website vind je de resultaten en conclusies terug.
SOLIDARITEIT MET DE BUREN NAM TOE DOOR CORONA
Van begin Mei tot eind augustus 2021 peilden we naar het Buurtgevoel van Vlaanderen via een grote online bevraging. Meer dan 3.000 deelnemers spraken zich uit over hun buurt. Dankzij hen hebben we een goed beeld gekregen van wat ze waarderen en appreciëren maar ook van wat hen irriteert… Op deze website vind je de resultaten en conclusies terug.
Maar liefst 94,3 % zegt graag in zijn of haar buurt te wonen. Dit toont ongetwijfeld het belang aan van een ‘goede’ buurt.
51,2 % van de ondervraagden neemt deel aan activiteiten die in de buurt worden georganiseerd, zoals een drink, buurtbarbecue, … . Onder hen voornamelijk de gezinnen met kinderen (60,9 %), de hoger opgeleiden (ca. 53 %) (hoger onderwijs en universitair geschoolden), eigenaars (52,9 %) veel meer dan huurders (38,8 %).
55,5 % van de respondenten zegt nieuwe troeven in de buurt (wandelpaden, groen, recreatie) te hebben leren kennen. Maar ook hier zijn dat vooral gezinnen met kinderen, en huurders meer dan eigenaars.
Niet verrassend geven vooral huurders en jonge mensen (onder de 30) aan van plan te zijn om te verhuizen.
EEN VEILIG GEVOEL
Mensen die zich minder veilig voelen in hun buurt, blijken vooral alleenstaanden (al dan niet met kinderen) te zijn (19 %) , lager opgeleiden (enkel lager onderwijs of secundair onderwijs) (20,9 en 17 %) . Huurders (17,7 %) voelen zich onveiliger dan eigenaars (14,6 %) en ‘oudere’ mensen (vanaf 50 jaar) (ca. 17 %). Mensen die in een vrijstaande woning wonen (10,4 %) voelen zich opvallend minder onveilig. Mensen in een appartement (zonder balkon) rapporteren opvallend meer onveiligheidsgevoelens (32,3 %). Ook de plaats waar die woningen staan, blijkt een invloed te hebben op het subjectieve onveiligheidsgevoel. Dat blijkt immers veel sterker aanwezig in de steden (22,2 %) en ook voorstedelijk (16,4 %), en veel minder op het platteland (10,2 %) of in een landelijke verkaveling (10,6 %). Al die bevindingen tonen aan dat hoe en waar mensen wonen wel degelijk een grote invloed heeft op hoe men zich voelt. Het is voor beleidsmensen belangrijk om hier rekening mee te houden bij het nemen van allerhande initiatieven om het onveiligheidsgevoel aan te pakken.
Tot slot, waar 15 % van alle respondenten aangeeft zich de laatste jaren minder veilig te voelen in de buurt, is dat bij de bewoners van sociale woningen 20,4 %. Zij voelen zich dus opvallend onveiliger dan wie niet in een sociale woning woont (14,7%). Opnieuw is het van belang dat het beleid hier rekening mee houdt. Dan kan bijvoorbeeld door de manier waarop het openbaar domein wordt aangelegd in sociale woonwijken (voldoende aandacht voor open ruimte, groenvoorziening, enz.).
ERGERNISSEN
Had corona invloed op onze relatie met de buurt en de buren? Staken er meer ‘ergernissen’ de kop op door de lockdown en het thuiswerk?
Mensen met meer ergernissen over de buurt (overlast door verkeer, horeca, leegstand, slecht onderhoud openbare ruimte, parkeerproblemen, …), blijken vooral bewoners van sociale woningen te zijn en huurders. Mensen in appartementen ergeren zich ook vaak meer dan mensen in een woning (alle types). Idem voor mensen in de stad die zich duidelijk meer ergeren dan mensen op het platteland. Dit toont aan dat het belangrijk is dat mensen over ‘open ruimte’ beschikken in hun nabije omgeving, iets waar het in sommige wijken soms aan ontbreekt. Ook dit hoort een aandachtspunt te zijn voor het beleid.
Mensen die meer ergernissen over de buren hebben sinds corona zijn vooral de alleenstaanden zonder kinderen, huurders (meer dan eigenaars), jonge mensen (onder de 30), mensen in een appartement zonder balkon en mensen die in de stad wonen of het centrum van een gemeente.
Mensen die meer ergernissen hebben over de buurt sinds corona vormen eigenlijk een kleine groep: 16,1 % van de respondenten. We zien dat zij zich vooral storen aan overlast door de buren, overlast door verkeer, zwerfvuil, parkeerproblemen en slecht onderhouden fiets- of voetpaden. Maar het is anderzijds ook zo dat 19,8 % van de respondenten aangeeft geen overlast te hebben in de buurt!
EEN HANDJE HELPEN EN EEN 'GOEDENDAG'
Hebben we meer contact met onze buren sinds corona? Alleenstaanden melden dit duidelijk meer (ca. 36 %) dan koppels (30 à 33 %), vrouwen (34,6 %) meer dan mannen (30,6 %).
Er is alvast meer solidariteit sinds de pandemie: lager geschoolden (45,1 %) melden dit duidelijk meer dan hoger geschoolden (34,4 %), huurders (43,5 %) meer dan eigenaars (39,5 %), oudere mensen (vanaf 60 j.) (44,7 %) heel duidelijk meer dan jongere mensen (ca. 36 %).
Merk op dat die toegenomen solidariteit vooral wordt gerapporteerd door mensen vanaf 60 jaar. Bij de 90+ (al gaat het ‘maar’ om 20 mensen) zegt zelfs 62,5 % dat ze meer solidariteit merken. Dit kan erop wijzen dat anderen (familie, buren) voor hen ‘zorg’ hebben gedragen, bijvoorbeeld door eens boodschappen te doen.
We begroeten elkaar ook meer sinds corona: lager geschoolden (39,6 %) rapporteren dit duidelijk meer dan hoger geschoolden (29 %), huurders (37,2 %) meer dan eigenaars (32,1 %), ouderen (vanaf 35,2 %) meer dan jongeren (tot 31,6 %) en vrouwen (34,5 %) meer dan mannen (30,4 %).
En ook blijkt dat we meer vertrouwen kregen in de buren sinds corona: 25 % van de mensen rapporteert dit. Dit zijn vooral de lager opgeleiden, huurders meer dan eigenaars, mensen in sociale woningen meer dan wie niet in een sociale woning woont, en ouderen (in dit geval plus 60) meer dan jongeren.
Digitaal contact met de buren blijkt vooral iets te zijn voor de hoger geschoolden (hoger onderwijs of universitair onderwijs), eigenaars veel meer dan huurders en vooral bij de leeftijdscategorie 30 tot 50 jaar. Mensen in een huis (alle types) rapporteren dit ook veel meer dan bewoners van appartementen en vrouwen opvallend meer dan mannen. In de steden blijkt digitale communicatie ook beter ingeburgerd dan op het platteland.
ANDERS OP WEG
40,7 % van de respondenten geeft aan zich anders te verplaatsen sinds corona. Dit wordt vooral gerapporteerd door de oudere ondervraagden (vanaf 60 jaar). Mensen op het platteland melden dit ook iets sneller dan mensen in de stad. Dit kan erop wijzen dat mensen in de stad al eerder zijn overgeschakeld op alternatieve vervoermodi, iets wat op het platteland nog minder is ingeburgerd.
Mensen kopen sinds corona meer online; vooral de gezinnen met kinderen, de hoger opgeleiden en overduidelijk jongere mensen (iedereen onder de 50).
EN ONZE RELATIE(S)?
En tot slot: welke gevolgen had corona voor onze relaties? Koppels met kinderen (26 %) rapporteren meer positieve invloed dan koppels zonder kinderen (20,5 %), universitair geschoolden (24,6 %) rapporteren duidelijk meer een positieve invloed dan alle andere types van scholing, (18 à 19 %), en bewoners van woningen (21,4 %) rapporteren ook sneller een positieve impact dan bewoners van appartementen (15 à 16 %).
HOME
HET BUURTGEVOEL VAN VLAANDEREN IS EEN INITIATIEF VAN:
© beweging.net Midden-Vlaanderen, Korenlei 20, 9000 Gent - middenvlaanderen@beweging.net